gokje?

 

Verhuisd

  22 februari 2008

Leuk dat je leest! Vanaf vandaag ben ik verhuisd naar www.stadsleven.net. Je kunt mijn oude adres blijven bezoeken, maar gezelliger is het je links aan te passen en je RSS-lezers up te daten met bijvoorbeeld http://www.stadsleven.net/?feed=rss2. De kozijnen worden nog gelakt, maar misschien merk je dat niet eens.

Geschreven door Marina. 1 reacties


Postkantoor

  18 februari 2008

Achter de balie van mijn sigarenwinkel annex postkantoor staat een man met het soort doorsnee uiterlijk dat je soms op straat ineens als verdacht voorkomt. Hij draagt altijd zwarte truien en weet tussen de op, achter en onder de toonbank uitgestalde waren feilloos de pakjes Camel Light te vinden.

Er zijn in dit postkantoor altijd twee wachtenden voor je. Vandaag zijn het twee plat-Amsterdamse vrouwen met vettige gezichten als van een veertienjarige. Ze verdringen elkaar voor een flirt met de postzegelverkoper.

Zonder meer bedient hij de eerste van een vette knipoog. Zij betaalt, draait zich om om te vertrekken en vergeet haar exemplaar van 'Mijn Geheim'. "Kaik nauw! Moetudeizenietmeineemah?" Zij reageert met langgerekte uithalen, waarop de tweede dame pardoes haar kleingeld onder de toonbank laat rollen. De hilariteit groeit. Zij wuift met haar hand, zij schudt met haar geblondeerde kapsel. Op de kleine meter die er aan ruimte voor de toonbank is staan beide dames wijdelleboogs nog net niet op elkaars voeten, terwijl de sigarettenspecialist grossiert in gebbetjes.

Als de buurtvrouwen dan eindelijk hun plaats in de rij hebben verlaten hangt er de ongemakkelijke sfeer van de wegebbende lach. Om de stemming er in te houden vraag ik maar eens om postzegels. Mijn importaccent ontlokt de balietronie niets dan omgangsvormen.

Geschreven door Marina. 0 reacties


Uitkering

  11 februari 2008

Maandenlang ziek zijn brengt mij in interessante situaties. Zo heb ik deze week geconstateerd dat mij slechts schulden resten en besloten een beroep te doen op de Nederlandse welvaartsstaat. Prompt wachtte me een horde inquisiteurs die wilden weten hoe ik tot nu toe mijzelf had weten te onderhouden en of ik geen geheim eigen vermogen achterhield op de Kaaimaneilanden. Ik vatte de rol van verdachte-tenzij-anders-aangetoond lichtjes op, het is vast regel eerder dan uitzondering dat men het sociale stelsel tot het uiterste probeert te tarten. Vrolijk vulde ik een eindeloze stroom vragen in op een blitse internetsite, over mijn arbeidsverleden en -toekomst. Conform de dreigende geboden belde ik binnen twee dagen voor het maken van een afspraak. Een persoonlijk rendez-vous leek me een adequate stap na al die digitale communicatie.

Na veertig minuten tramzitten (enkele reis) werd ik binnengeleid bij een door het roken grauwgekleurde mevrouw, die mij drie vragen stelde (die ik al tweemaal eerder had beantwoord) en toen een vervolgafspraak wilde maken. Ik informeerde maar eens waarvoor de huidige afspraak eigenlijk diende? 'Om een vervolgafspraak te maken', zo reageerde zij. Het was de genadeslag. Mijn toch al zwakke gesteldheid maakte het me onmogelijk op mijn stoel te blijven zitten. Terwijl ik op de grond stortte wist ik nog net haar voor dit doel handig bijelkaar gebonden haren te grijpen en haar hoofd met een smak op de tafel te doen belanden.

Nadat wij beiden weer rechtop zaten en ik mij verontschuldigd had voor mijn abrupte reactie, volgende keer neem ik een doktersverklaring mee, danku, deed zij alsof zij haar zin verder had willen afmaken. 'Om een vervolgafspraak te maken, waarop u dan documenten meeneemt en we een formulier gaan invullen'. Opgelucht dat ik ons deze moeite zou kunnen besparen, stelde ik voor dat zij me het formulier maar vast meegaf, want een blik op de lijst met documenten leerde me dat ik die met gemak zonder de persoonlijke begeleiding van vandaag had kunnen verzamelen en reeds in de aanslag had kunnen hebben.

Zuchtend van ongeloof vond zij het welletjes. 'Mevrouw, ik heb u net uitgelegd', ik herkende een cursus klantvriendelijkheid, 'dat deze afspraak er is om een vervolgafspraak te maken. U denkt zeker dat het formulier invullen makkelijk is.' Vertwijfeld sloeg ik mijn ogen ten hemel. Had zij dan werkelijk niet in een van de digitale documenten gezien dat ik een hogere opleiding heb afgerond? Weliswaar niet met bijvakken formulierkunde, maar wie mijn eindscriptie er op naslaat ziet dat ik uitblink in jargon en verwijzingen. Maar, zo verzekerde ze mij, zij had momenteel hoe dan ook geen tijd om de betreffende papierstapel op te halen. Deze afspraak was immers slechts bedoeld voor het maken van een vervolgafspraak en het overhandigen van een lijst met noodzakelijke documenten. Ik opperde nog wat officiële papieren waar zij mij de volgende keer liever voor had willen terugsturen, maar die zij na enig aandringen aan de lijst toevoegde.

Zij zweeg veelbetekenend en ik concludeerde dat het onderhoud ten einde was. Met veel gevoel voor etiquette - je wilt tenslotte toch graag geld - stak ik mijn hand naar haar uit. Ze verwaardigde zich al zittende haar arm te verheffen. De deur had zij nooit achter ons gesloten. Er waren vijf minuten verstreken. Ik nam dezelfde tram terug.

Geschreven door Marina. 0 reacties


Turkije

  04 februari 2008

Naarmate we oostelijker gaan wordt het landschap steniger. Met stofwolken zoals in stripverhalen in je voetsporen, zelfs als je langzaam rondsjokt. Deze grijsheid biedt een fantastisch contrast aan de rode vlaggen die veelvuldig wapperen. En die wonderbaarlijkerwijs hun kleur behouden, terwijl onze haren in razend tempo verbleken en onze kleren een waas van stof verzamelen.

Hier, op de bank rondom een kraan, zitten drie vrouwen met zanderige slippers en pikzwarte voetzolen. Het voortschrijden van de tijd is alleen te meten aan het aankomen en vertrekken van de minibus de bergen in. Uitlopers van het Taurusgebergte, waarop het Turkse leger met letters in Hollywood-stijl heeft geschreven: "wij zijn sterk, wij zijn dapper, wij zijn gereed".

Het is augustus. Een maand eerder dreigde het leger een coup te plegen naar aanleiding van de bedreiging die premier Erdoğan vormde voor de seculiere Turkse staat. Zo'n beetje een maand later vallen Turkse militairen Noord-Irak - de facto Koerdistan - binnen en voeren er ook vandaag nog luchtacties uit (veel rondom de in dit gebied verblijvende PKK heeft eveneens een hoog Hollywood-gehalte, zo blijkt wanneer onze vriendelijke gastheer ons een dag eerder kennis laat maken met de anti-PKK-film op YouTube).

In dit centrum van militaire paraatheid informeert een visser of we een bootje willen huren voor op het meer, maar vergeet aan te dringen als we weigeren. Een van de vrouwen zet met lome bewegingen haar blote voet naast zich op het bankje en kromt haar tenen. Zelfs de wespen zijn onschadelijk, ze eten alleen maar gras.

Geschreven door Marina. 0 reacties


Slofsok

  13 december 2007

Midden in de nacht knipte ik nietsvermoedend het licht aan en stond oog in oog met een muis (heel kort, dat wel, hij was snel verdwenen). Liever had ik het niet geweten en zo vermeden dat ik vol plichtsbesef om half vijf alsnog de afwas ging doen. Waarschijnlijk was het niet eens nodig geweest, want nog geen dag later vulde de geur van dode muis mijn huis.

Omdat wierook en open ramen geen soelaas boden volgde ik het geurspoor. Dat doodliep in een hoek. Dus trok ik een dag uit om alles onder mijn bed en achter alle kasten vandaan te halen. Maar ik was bij het vallen van de avond slechts omringd door langvergeten foto-albums en stofnesten.

Onafgebroken niezend legde ik mij neer bij nog een paar dagen lijklucht en hervatte mijn dagelijkse bezigheden. 's Ochtends altijd eerst even de sloffen op zijn kop houden in verband met schorpioenen, elke dag 200 gram groente, netjes het papier van het overige afval scheiden.

En zo gaat dat dan - voor je het weet is het nauwelijks meer voorstelbaar dat er zich een incident heeft voorgedaan.

Omdat ik natuurlijk niet al te neurotisch wil worden leek vandaag mij een goede dag om mijn zojuist ontwaakte voeten niet in mijn sloffen te schuiven, maar in mijn slofsokken. Afgezien van het vinden van het complete paar - de ene helft lag deze keer in de gang, de andere naast mijn kussen - kost dat meestal weinig moeite. Maar vandaag stuitte mijn voet halverwege op iets harigs.

Mijn adem stokte. Je zult het altijd zien: één keer van de routine afwijken en je sterft aan een vogelspinnenbeet. Bang voor wat ik aan zou treffen schudde ik eerst eens zachtjes met de sok. In opperste concentratie hengelde ik mijn hand naar binnen. Klaar om datgene wat ik zou grijpen direct met een grote boog het open raam uit te keilen. Oh, nauwelijks durfde ik een blik te werpen op de sok-indringer. Tussen mijn wimpers door, mijn hoofd afgewend, nam ik dan toch de contouren waar.

Ik sidderde. Uit de slofsok van naast mijn kussen viste ik de muis. Het is een wonder dat ik nog niet lijd aan een afschuwelijke lijkziekte. Voortaan klop ik ook al mijn sokken uit.

Geschreven door Marina. 0 reacties